Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Tsade.] [67]Zij [68]hebben onze gangen nagespeurd, dat wij op onze straten niet gaan konden; [69]ons einde is genaderd, onze [70]dagen zijn vervuld, ja, ons einde is gekomen. 67. Te weten de Chaldeen. 68. De zin is: Zij hebben katten of hoogten opgeworpen voor onze stad, uit welke zij in onze stad zien konden, en ons uit dezelve alzo benauwen, dat wij onze straten niet vrijelijk gebruiken konden. Vergelijk 2 Kon.25:4. 69. Alsof hij zeide: Die bovenverhaalde zwarigheden, die ons overkomen, zijn gewisse tekenen en voorboden, dat wij haast zullen uitgeroeid worden. 70. Te weten de dagen onzes levens, of de dagen onzes verderfs, of de dagen onzes welstands.